Tax Alert Wijziging van het erfrecht: aandachtspunten voor oude en nieuwe planningen

Op 1 september 2017 werd de veelbesproken wet inzake wijziging van het erfrecht gepubliceerd.

Hierdoor zijn de wetswijzigingen finaal gekend, alsook de datum waarop deze bepalingen in werking treden.

Deze regels bepalen wie wat erft bij uw overlijden.

Zonder in te gaan op alle wetswijzingen, houden wij eraan u te informeren over enkele belangrijke aanpassingen die de wet doorvoert, alsook of deze aanpassingen wijzigingen doorvoeren in uw huidige planning.

De wetswijziging staat los van enige fiscale of internationale regelgeving.

Voornaamste aanpassingen

- Beperking minimaal erfdeel

Minimaal erfdeel kinderen

U kan op heden slechts beperkt over de begunstigden van uw nalatenschap beslissen.

Bij uw overlijden, hebben uw kinderen recht op een minimaal deel van uw vermogen (de reserve). Dit deel wordt berekend op uw vermogen bij overlijden, alsook op schenkingen die u tijdens het leven doorvoerde.

Op heden is het minimaal erfdeel van uw kinderen afhankelijk van het aantal kinderen en bedroeg dit voor alle kinderen samen van ½ deel tot ¾ deel van bovengenoemd vermogen.

Vanaf de inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving, zal het minimaal erfdeel steeds de helft van de bovengenoemd vermogen betreffen.

Anders dan vroeger wordt het minimale erfdeel onder de nieuwe wetgeving ook toegekend in waarde. Zodoende kan de begiftigde de bij de schenking verkregen goederen zelf behouden.

Voor de berekening van het minimale erfdeel onder het nieuwe erfrecht wordt, in principe, uitgegaan van de (te indexeren) waarde van de geschonken goederen op datum van schenking, tenzij de begunstigde geen beschikkingsrecht heeft. Onder het huidige erfrecht wordt (behoudens enkele uitzonderingen) rekening gehouden met de waarde op datum van overlijden.

Voordelen

- U verkrijgt gelet op bovenstaande de mogelijkheid om vrijer over uw nalatenschap te beschikken.

- U verkrijgt de zekerheid dat de begiftigden van schenkingen de geschonken goederen zelf mogen behouden.

Geen minimaal erfdeel meer voor ouders

Onder het huidige erfrecht hebben ook uw ouders recht op een minimaal beschikbaar erfdeel indien u zonder kinderen zou overlijden.

Dit minimaal erfdeel wordt in het nieuwe erfrecht geschrapt en vervangen door een onderhouds-verplichting.

- Inbreng

Daarnaast heeft de wetwijziging ook impact op de inbrengverplichting inzake schenkingen die u tijdens uw leven zou doen.

Bij een schenking kan u twee wensen hebben.

1) De schenking is een voorschot op het erfdeel.

De schenking in kwestie moet verrekend worden bij uw overlijden.

2) De schenking is vrijgesteld van inbreng.

De schenking staat los van enige nalatenschap. U wenst de persoon te begunstigen, los van de bepalingen, eventueel opgenomen in een testament. In dit geval moet er geen verrekening plaatsvinden bij uw overlijden.

Tevens kan u onder bepaalde omstandigheden wensen dat de goederen zelf ingebracht worden (en opnieuw verdeeld worden) en in andere omstandigheden wensen dat een tegenwaarde van het goed ingebracht wordt.

Wie moet inbrengen?

Op heden is voorzien dat:

- Giften aan (toekomstige)

erfgenamen geacht worden een voorschot op het erfdeel te zijn. Indien u dit niet wenst moet u dit duidelijk bepalen.

Uw erfgenamen betreft iedereen die op basis van de wet tot uw nalatenschap komt. In de regel zijn dit uw kinderen (/ uw echtgenote). Bij gebrek aan kinderen / echtgenote, kunnen dit tevens uw ouders / broer en zus zijn.

- Schenkingen aan niet-erfgenamen, geacht worden vrijgesteld te zijn van inbreng.

Tenzij anders bepaald, voorziet de nieuwe wetgeving in volgende aangepaste regels:

- Een schenking aan afstammelingen wordt geacht een voorschot op erfdeel te zijn.

- Een schenking aan andere personen, wordt geacht vrijgesteld te zijn van inbreng.

Wat moet ingebracht worden en tegen welke waarde?

Het huidig erfrecht voorziet in een onderscheid tussen roerende en onroerende goederen met betrekking tot de waarde van inbreng.

Indien de gift een onroerend goed betreft, moet - conform het huidige erfrecht - het onroerend goed zelf opnieuw worden verdeeld tussen uw erfgenamen. De verrekening gebeurt rekening houdende met de waarde van het onroerend goed op datum van overlijden.

Indien de gift een roerend goed (zoals een geldsom) betreft, moet niet het roerende goed zelf opnieuw verdeeld worden. De verrekening gebeurt op basis van de waarde van het goed op datum van schenking. Er wordt geen rekening gehouden met een eventuele waardestijging of –daling op datum van overlijden.

Het huidig erfrecht kan leiden tot een scheeftrekking indien u aan één kind een onroerend goed zou schenken met een waarde van 250.000 euro en aan uw ander kind een geldsom met dezelfde waarde. Indien beide goederen op datum van uw overlijden een waarde verkregen hebben van 300.000 euro, moet het kind dat het onroerend goed kreeg (met een waarde van 300.000 euro op datum van overlijden) in natura inbrengen en het kind die het roerende goed verkreeg 250.000 euro.

De nieuwe wetgeving herstelt bovenstaande verschillende behandeling en bepaalt dat de inbreng voortaan voor alle goederen gebeurt in waarde, tenzij de begiftigde anders verkiest.

Er wordt uitgegaan van de (te indexeren) waarde van de geschonken goederen op datum van schenking, ongeacht of de schenking roerende of onroerende goederen betreft. De waarde uit de schenkingsakte kan hierbij alleen aangevochten worden als deze manifest onjuist is. Tevens kunnen andere erfgenamen de waarde uit de schenkingsakte erkennen als zijnde een correcte waarde.

Belangrijke uitzondering op dit principe betreft het scenario waarin de begiftigde niet vanaf de dag van de schenking van het geheel van de rechten van de volle eigendom heeft genoten. Voorbeelden hiervan zijn een schenking met voorbehoud van vruchtgebruik en een schenking met een vervreemdingsverbod. In die gevallen wordt ingebracht tegen de waarde van het geschonken goed op datum van overlijden of op datum waarop de begiftigde de volle eigendomsrechten verkreeg (indien deze datum eerder ligt).

- Erfovereenkomsten

Tot slot voorziet de nieuwe wetgeving in een versoepeling van de mogelijkheid tot het sluiten van overeenkomsten inzake uw nalatenschap.

Deze uitbreiding zorgt ervoor dat u in bepaalde gevallen met uw kinderen aan tafel kan zitten om de regels inzake de verdeling van uw nalatenschap vast te leggen. Dergelijke overeenkomst kan onenigheid tussen kinderen na het overlijden voorkomen.

Inwerkingtreding - impact op planningen uit het verleden

De nieuwe regelgeving zal, in principe, van toepassing zijn op alle nalatenschappen die vanaf 1 september 2018 openvallen.

Indien de schenker vanaf 1 september 2018 overlijdt, zullen de nieuwe inbrengregels van toepassing zijn, ongeacht of de schenking voor of na 1 september 2018 plaatsvond.

Uitzondering hierop betreffen de regels die bepalen of een schenking gedaan werd als voorschot op erfdeel of als schenking vrijgesteld van inbreng. De oude regels blijven van toepassing op schenkingen die plaatsvonden vóór 1 september 2018.

Onder voorwaarden kunnen ook de oude regels inzake de wijze van inbreng (in natura of in waarde – regels inzake de waarde waartegen ingebracht moet worden) van toepassing blijven. Dit is het geval indien in de schenkingsakte uitdrukkelijk om een inbreng in natura wordt verzocht, of indien u hiervoor een verklaring aflegt vóór 1 september 2018.

Indien u wenst kunnen wij samen nagaan of schenkingen uit het verleden het gewenste effect bereiken bij uw overlijden en of testamentaire bepalingen nog steeds geldig zijn.

Documents

Tax Alert La réforme successorale points d’attention pour les anciennes et nouvelles planifications
Tax Alert Wijzigingen erfrecht